De Boersteeg is een weg in het buitengebied van Groesbeek, in de gemeente Berg en Dal.
Deze website gaat over de plannen van de gemeente om in het buitengebied een gigantische hoeveelheid weilanden en akkers vol zonnepanelen te leggen. Voor 2023 180 hectare, in 2040 zo’n 750 hectare. Dat is 1 op de 6 weilanden.
In het bijzonder gaat het over het eerste veld dat de gemeente wil leggen, aan de Boersteeg en de Dennenkamp. Dat veld wordt op zo’n 100 meter van de omwonenden gelegd. Vrij uniek, want in Nederland proberen alle gemeenten zonnevelden aan te leggen waar niemand er last van heeft. Eén inwoner aan de Boersteeg krijgt zelfs de panelen pal naast zijn huis. Dat ben ik. Ze komen 5 meter van mijn tuinhek, 20 meter van mijn woonkamer te staan. Waar je nu letterlijk kilometers ver kunt kijken, komt er straks een veld panelen van 2,70 meter hoog, 300 meter breed, en 350 meter diep. Waanzin.
Dit zou het eerste zonneveld in de gemeente moeten worden. Als het eerste het beste zonneveld direct naast iemands huis komt, waar komen de volgende 35 velden dan te liggen? En die 150 velden die nodig zijn voor 2040? Ook bij de boeren en buitenlui voor het huis? Wat blijft er over van het landschap? Wat gaat dit betekenen voor het toerisme?
Ik heb mij altijd verbaasd over de ambitieuze plannen van onze wethouder. Veel te veel, veel te snel, veel te gehaast. Ik heb geprobeerd een schatting te maken over wat er nu nodig is, als Berg en Dal in 2050 helemaal CO2 neutraal wil worden. Een aantal artikelen achteraan op deze website gaan daar over. Echter, het is veel eenvoudiger dan we dachten.
Het Rijk heeft een hele concrete doelstelling voor 2030. Nederland moet dan 35 tWh/jaar duurzaam opwekken op land. (En 49 tWh/jaar wind op zee). Het Rijk heeft aan de provincie Gelderland (2 miljoen inwoners) gevraagd om 3,5 tWh/jaar duurzaam op te wekken. Gelderland heeft 6 regios. Onze regio Arnhem-Nijmegen is de grootste daarvan (700.000+ inwoners). Gelderland heeft aan onze regio gevraagd tussen de 600 en 1500 gWh/jaar duurzaam op te wekken. Via zonnepanelen en windmolens dus. Dat is een flinke hoeveelheid stroom. Ter vergelijking, de hele regio gebruikt jaarlijks zo’n 2200 gWh elektriciteit (grove schatting).
Onze wethouder heeft altijd gezegd dat hij inzet op een zelfvoorzienend Berg en Dal. Wij gaan niet om hulp vragen, maar we gaan ook geen stroom voor andere gemeenten opwekken. Berg en Dal heeft ongeveer 5% van de bevolking van de regio (35k van 700k+). En ook ons energieverbruik en CO2-uitstoot zal niet hoger dan 5% zijn. Het ligt voor de hand dan dat Berg en Dal ook 5% van de gevraagde taak op zich neemt. Dat is dan tussen de 30 en 75 gWh. De hele regio heeft zelfs meer geboden dan gevraagd, namelijk 1680 gWh.
Als je het Actieplan Duurzaamheid 2019-2023 leest, zie je dat Berg en Dal van plan is om in 2020 313 gWh duurzaam op te wekken! Dat is flink meer dan de 30 tot 75 gWh die van ons gevraagd wordt door de provincie! We hebben 5% van de bevolking, maar hebben aangeboden om 19% van de taak van de regio op ons te nemen. Dat is vreemd. Vooral omdat Berg en Dal een landelijk gemeente is, met een uniek landschap. En waar dat landschap het fundament is van onze groeiende toeristische bedrijvigheid.
Als je kijkt wat er van ons verlangt wordt door Rijksoverheid en Provincie, en dat naar rato vertaalt naar ons gevraagde aandeel, dan vallen de getallen vele malen lager uit dan wat we zelf aanbieden. Ter vergelijking, hier zijn de hoeveelheden duurzame energie, op te wekken in Berg en Dal. In gWh per jaar.
Op te wekken energie
2023 (16%)
2030 (50%)
2050 (100%)
Actieplan Berg en Dal
125 gWh
313/353 gWh
520 gWh
RES bod, naar rato
23 gWh
72 gWh
Minimale vraag Rijk
10 gWh
30 gWh
Hetzelfde, uitgedrukt in hectare zonnevelden die hier voor nodig zijn.
In zonnevelden
2023 (16%)
2030 (50%)
2050 (100%)
Actieplan Berg en Dal
179 ha
450/503 ha
743 ha
RES bod, naar rato
29 ha
90 ha
Minimale vraag Rijk
12 ha
38 ha
We bieden naar rato 5 keer meer dan onze buurgemeenten. We bieden aan om 15 keer meer te doen het minimum dat van ons gevraagd wordt. Ook opmerkelijk is dat het hele RES-conceptbod het jaartal 2023 niet één maal noemt. Er is geen deadline voor 2023. We hoeven geen overhaaste beslissingen te nemen.
Wat betekent dit concreet voor Berg en Dal? We kunnen bijvoorbeeld besluiten om de “Plas van De Beijer” vol te leggen met drijvende zonnepanelen. Zonnepanelen op water kunnen 30% tot 40% efficienter zijn dan panelen op land. Het water geeft extra koeling en de panelen draaien makkelijker met de zon mee. De 22 ha water kunnen die 23 gWh voor onze zelf-opgelegde deadline van 2023 op leveren. Daarnaast hebben we nog 9 jaar tijd, tot 2030, om rustig een goede locatie voor één groot zonneveld met 60 hectare zonnepanelen vinden. Dat zou het plan “pilot-2” bij Leuth en Millingen kunnen zijn. Maar het zou ook een andere, nieuwe, betere locatie kunnen worden. Als het lukt om zo’n locatie voor een groot park te vinden, dan hebben we met 2 locaties onze opdracht voor 2030 naar rato ruimschoots vervuld.
Update: op 21 januari werd tijdens de RES-vergadering verteld dat het bod van de regio van 1,68 tWh/jaar gezakt is naar 1,35 tWh. Berg en Dal’s bod van 313 gWh/jaar maakt nu 23,2% uit van het totaal. De verhoudingen zijn nog schever dan ze al waren.
De gemeente Berg en Dal en projectontwikkelaar SolarEnergyWorks zijn bezig met een plan om 10 hectare zonnepanelen te leggen in de hoek van de Boersteeg en de Dennenkamp.
Het rode gebied is het weiland (8,2 ha groot) waar de eerste zonnepanelen komen te staan (6,5 ha panelen). Zodra de vergunning rond is, gaan er 3,5 ha meer panelen bijkomen in het oranje gebied. De eigenaar (het gele vlak) was al overeen met de projectontwikkelaar. De reden dat nu in eerste instantie alleen het rode gebied besproken wordt is natuurlijk om het project er minder rampzalig uit te laten zien.
Het groene vlakje is mijn tuin met mijn huis. Pal naast de panelen (5 meter). De blauwe vlakken zijn andere buren. Er zijn een tiental gezinnen die het zonneveld in hun uitzicht krijgen te liggen. In heel Nederland worden zonneveld uit het zicht gelegd. Naast snelwegen, naast provinciale wegen, naast of op industrie- en bedrijven-terreinen, naast kanalen, achter dijken, etc. Meestal op minimaal zo’n 300 meter van woningen en boerderijen.
Alleen de gemeente Berg en Dal vindt het normaal om een zonneveld naast iemands tuin te leggen.
Hieronder zie je een plaatje (gephotoshopt) van de projectontwikkelaar. De bomen en struiken rechts zijn mijn tuin. Het is duidelijk dat er slechts 5 meter gras komt, dan een hek van gaas, en dan de panelen.
Let wel, het mannetje links op het zandpad lijkt net zo groot te zijn als de panelen. De panelen lijken slechts anderhalve meter hoog te worden. In werkelijk worden de panelen 2 meter 70 hoog. Bijna het dubbele. Zo hoog dat je er met geen mogelijkheid meer overheen kunt kijken. Je ziet de bomen er achter niet meer. En ook de heuvels van Malden en Heumen niet meer. Het wordt één grote muur van 300 meter breed en 2 meter 70 hoog.
Mijn huis ligt fantastisch. 120 Meter van de weg. En aan de andere 3 kanten omgeven door weilanden. Dit is het uitzicht vanuit de tuin, met de rug tegen mijn huis aan.
Dit is mijn huis, gezien vanaf de weide waar de zonnepanelen zouden moeten komen.Bij de blauwe pijl zie je een stok. Die is precies 2 meter 70 hoog. Net zo hoog als de zonnepanelen zullen worden. Zoals je ziet wordt mijn uitzicht niet allen bedorven. Er zal helemaal geen uitzicht meer zijn! Alsof je naast een muur van 300 meter breed, 2,70 hoog woont.Helemaal niets zul je meer kunnen zien. Het verschil kan niet groter zijn.Ook vanuit mijn huis zal er helemaal niets meer te zien zijn van de omgeving.Dit is een zonneveld in Volkel, bij Uden. Een project van TPSolar. De projectontwikkelaar die een zonneveld bij ons aan het Lagewald wil aanleggen. Let vooral op de landschappelijke inpassing. Die is er niet. Die is er nooit, bij zonnevelden in Nederland. Waarschijnlijk te duur. Normaal is om deze velden ver van de bestaande woningen en bedrijven te leggen. Hier woont de dichtsbijzijnde boer op 275 meter afstand. Je kunt hier over de panelen kijken, omdat Google Streetview de camera op een stok hoog boven hun autos heeft. Als je op de grond staat, kun je niet over de panelen heen kijken.
Het zonneveld aan de Boersteeg gaat geregeld worden door projectontwikkelaar SolarEnergyWorks uit Utrecht. Dat zijn een dozijn verkopers en marketing lui die alle vergunningen en de subsidie regelen. Met mooie praatjes, daar zijn het verkopers voor. Er zijn geen ingenieurs of landschapsarchitecten in dienst. Zelfs geen juristen. Het draait ten slotte alleen om het verkopen van een idee. En dan hun 10% of 20% commissie opstrijken. Het uitvoeren van dat idee mag daarna iemand anders doen.
SEW heeft de omwonenden een viertal PFDen met informatie gestuurd. Die kun je hier vinden:
Op 30 juni 2020 heeft de projectontwikkelaar een presentatie gegeven in het “Partneroverleg natuur en landschap”. Dat is een door de gemeente georganiseerd overleg. Deelnemers zijn de vele clubs die iets met landschap en natuur doen in de gemeente. Maar ook STER (Stichting Toerisme en Recreatie) en heemkundegroepen zitten erbij. Daar heeft SEW informatie over hun plan verstrekt. Zie deze twee PDF-bestanden.
Heel veel fotos en kaartjes in al die 6 documenten. Maar mijn huis en tuin zijn op geen enkele foto te zien. Mijn huis staat op geen enkel kaartje vernoemd. Wel staat er ergens op één kaartje: “bosje, circa 15 meter hoog”. Ik en mijn huis. Wij zijn slechts verworden tot niet meer dan een “bosje, circa 15 meter hoog”.
De gemeente Berg en Dal heeft vorige week aangekondigd dat er een vierde pilot komt. Aan het Lagewald in Groesbeek. Nog geen kilometer van pilot-3 aan de Boersteeg. 17 Hectare in totaal. 10 Ha zonnepanelen en 7 ha natuur. Het komt aan het begin van het Lagewald, aan beide zijden van de weg. De familie Theunissen, op Lagewald 6, krijgt het veld aan 2 kanten van hun woning te liggen.
Opmerkelijk is dat de eigenaar van de grond zelf niet dicht bij het zonneveld woont. Hij woont bij de grensovergang bij Wyler. Op 1 kilometer afstand. Precies zoals de eigenaar van de paardenweide aan de Boersteeg/Dennenkamp zelf ook ruim 1 kilometer van dat zonneveld woont. Een van de uitgangspunten van de gemeente is: “de lusten en de lasten van een zonneveld moeten gedeeld worden door de initiatiefnemers en de omwonenden”. De gemeente had kunnen beginnen met pilots aan te wijzen van boeren die een zonneveld naast hun eigen boerderij plannen. In plaast van ruim een kilometer van hun eigen woning vandaan.
Ik ben altijd voor kleinschaligheid. Maar niet als het over zonnevelden gaat.
Berg en Dal zou voor 2050 500 of zelfs 750 hectare zonnevelden moeten aanleggen. (Het blijkt dat de Provincie, via de RES, veel minder van ons verlangt). Een belangrijke vraag is: ga je een paar grote velden aanleggen, of vele kleintjes? Stel je legt velden aan van 1 km bij 1 km. Dat is gigantisch. Maar dan heb je 100 ha. Dus moet je 5 van die grote velden aanleggen om het doel van 500 ha te halen. Maar als je kleine veldjes aanlegt, bv. van 5 ha, dan moet je 100 van die veldjes leggen in Berg en Dal. 30 Veldjes rond Groesbeek, 20 veldjes rond Beek/Ubbergen, 20 veldjes rond Leuth, 20 veldjes rond Millingen en 10 veldjes bij Ooij. Wat is beter?
Ik denk dat een paar grootschalige velden beter zijn voor het landschap, de bewoners en de gemeente. Ik leg uit.
1) Een groter oppervlak betekent relatief minder omwonenden. Minder omwonenden betekent dat je minder mensen lastig valt. Het veld dat aan de Boersteeg staat gepland wordt misschien 6,5 ha, maar meer waarschijnlijk slechts 4,7 ha (om toch afstand te houden). Er wonen zo’n 10 gezinnen rond het veld. De omtrek is ongeveer 1 km. Laten we aannemen dat voor iedere 100 meter rond een zonneveld, er een familie woont. Laten we uitrekenen hoeveel omwonenden we hebben, als we 400 ha gaan leggen, met veldjes van 4 ha, 16 ha, 100 ha of 400 ha.
Veldjes van 4 hectare. Die zijn 200m x 200m. Omtrek is 800m per veld. We hebben dan 100 veldjes nodig om aan de 400 ha te komen. Totale omtrek is 100 x 800m = 80 km. Er zullen 800 omwonende families zijn.
25 Veldjes van 16 hectare (400 x 400m). Omtrek 1600m per veld, 25 x 1600 = 40 km totaal. 400 Omwonende families.
4 Velden van 100 hectare (1 km x 1 km). Omtrek 4 km per veld, 4 x 4 = 16 km totaal. 160 Omwonende families.
1 Veld van 400 hectare (2km x 2km). Omtrek is 8 km per veld, en totaal. We hebben slechts een zo’n veld nodig. 80 Omwonende families.
Dit zijn 4 velden van 100 hectare ieder. 16 Km omtrek. 400 Hectare in totaal.
En dit zijn 100 velden van 4 hectare ieder. 80 Km omtrek. 400 Hectare in totaal.
2) Een ander voordeel is dat je minder rompslomp hebt bij de aanleg. Minder vergunningen om te verstrekken. Minder partijen om mee te onderhandelen.
3) Grote velden, met relatief minder omtrek betekent dat je relatief meer budget hebt om een zonneveld goed in te passen in het landschap. Mijns inziens kun je een zonneveld moeilijk inpassen. Zeker in een heuvellandschap. Maar als je het toch gaat proberen, met gewoon een groene rand om de panelen, gaat dat beter als je meer budget hebt.
4) Meer budget bij grotere velden betekent ook dat je de omwonenden fatsoenlijk financieel kunt compenseren. Of zelfs uit kunt kopen. Het verschil is een factor 5, als je velden van 4ha vergelijkt met een veld van 100ha.
5) Er zijn minder nieuwe aansluitingen op het elektriciteitsnet nodig. Liander heeft aangegeven dat het ze niet gaat lukken om snel alle zonnevelden en windmolens aan te sluiten op het distributie-net. Daar gaan wel 5 à 10 jaar overheen, is de schatting. Als we voor grote zonnevelden kiezen, wordt dit probleem een stuk makkelijker op te lossen.
6) Niemand wil verrommeling en versnippering van het landschap. Het Rijk komt met zijn Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Sommige provincies hebben de aanleg van zonnevelden in het agrarisch landschap al verboden aan hun gemeenten. Ons landschap in Berg en Dal is belangrijk. Voor de inwoners en voor het toerisme. Overal zonneveldjes (letterlijk) is een ramp voor het landschap.
Conclusie: we kunnen beter voor een paar grote zonnevelden kiezen, dan hapsnap overal veldjes toestaan.
Dit is hoe onze gemeente er uit komt te zien als we het huidige plan uitvoeren. 150 Kleinschalige veldjes van 5 hectare ieder. Elk geel vierkantje is een zonneveld (223x223m), op schaal. Budget voor fatsoenlijke inpassing zal er niet zijn. Einde landschap.
Op 4 februari 2021 heeft er een stuk in de Gelderlander gestaan. Over hoeveel we nu eigenlijk moeten doen in Berg en Dal. “Berg en Dal doet te veel en te snel”.
Helaas wekt het artikel de indruk dat ik de enige zou zijn die uitkijkt op het zonneveld. Er zijn echter zo’n 10 families die vanuit hun huis en tuin het veld zullen zien liggen. En ik vind het zelf zwakjes uitgedrukt dat het alleen om mijn uitzicht gaat. Een veld van 2,70m hoog, 300m breed, 300m diep, pal naast je huis. Dat is veel meer dan alleen het bederf van m’n uitzicht.
In januari 2020 werden de eerste aanvragen voor zonnevelden behandeld. Sam Jacobs, die hier een eindje verderop woont aan de Boersteeg, had snel door dat er een plan was om aan zijn terrein een veld te leggen. Achter zijn schuur, maar wel ongebruikelijk dichtbij. Hij heeft direct aan de bel getrokken. Met succes, want dat voorstel heeft het niet tot pilot geschopt. Maar als je weet dat de gemeente 750 hectare aan kleinschalige velden wil leggen, kun je er donder op zeggen dat dit voorstel vandaag of morgen weer op tafel ligt.
De burgers zijn aan het wakker worden. Men begint nu te beseffen wat de energietransitie precies gaat betekenen voor ons landschap. In eerste instantie is iedereen natuurlijk voor groene energie. Echter, langzaam aan begint men wakker te worden, en te realiseren wat het betekent, als we heel Nederland volplempen met windmolens en zonnevelden. Iedere dag staat er wel iets in de krant. Iedere week is er wel iets op TV. Een kleine selectie:
De verruïnering van de Wieringermeerpolder in het noorden van Noord-Holland is vaak in het nieuws geweest. Bv. bij Zondag met Lubach. Of bij PowNed. Of in het NRC (voor abonnees). De Wieringermeerpolder is het schoolvoorbeeld van hoe het gigantisch fout kan gaan. Honderden miljoenen euro’s subsidie voor stroom voor 2 multi-nationals (die zelf geen belasting in Nederland betalen). Waar we geen enkele CO2-reductie voor terug hebben gekregen. En het landschap (200 km²) is verruineerd.
Een interessante vernieuwing is zonnepanelen op het water. Door de koelte van het water leveren de panelen 8% meer op dan op het land. Bovendien is het makkelijk om de panelen mee te laten draaien met de zon. Zo kun je alles bij elkaar wel meer dan 40% extra opbrengst krijgen. Bovendien is het techniek van Nederlandse bodem. Helaas verstrekt onze subsidie-gever (SDE++) minder subsidie aan deze techniek dan aan simpele zonneveld op land, dat veel minder efficient is.
Het Actieplan Duurzaamheid 2019-2023 geeft een groot aantal cijfers.Hier is een bondig overzicht van het huidige energieverbruik. En wat we volgens het actieplan in de toekomst denken te gebruiken. En hopen groen op te wekken.
Berg en Dal
2016
2023
2030
2050
Energieverbruik (in TJ)
3125 TJ
2819 TJ
2536 TJ
1875 TJ
Energieverbruik (in gWh)
868 gWh
783 gWh
704 gWh
520 gWh
Besparing t.o.v. 2016
10 %
19 %
40 %
Duurzaam op te wekken
16%
50%
100%
Duurzame opwekking (TJ)
104 TJ
451 TJ
1268 TJ
1875 TJ
Foutje in Actieplan
1126 TJ
Duurzame opwekking (gWh)
29 gWh
125 gWh
352 gWh
520 gWh
In hectare zonnepanelen
41 ha
179 ha
503 ha
743 ha
In molens (6 gWh/jaar, 160m)
5 molens
21 molens
59 molens
87 molens
Opmerkingen: 1) De cijfers van 2016 zijn echt. De andere cijfers zijn natuurlijk streefcijfers. 2) De 29 gWh die we nu groen opwekken zijn voornamelijk houtkachels om onze huizen te verwarmen. En de panelen die nu al op de daken van particulieren en bedrijven en instellingen liggen. 3) Het actieplan gebruikt molens van 7,5 gWh/jaar (180 meter hoog). Ik gebruik molens van 6 gWh (160 meter hoog). 4) Het Actieplan schat de opbrengst van één hectare zonnepanelen op 0,7 gWh per jaar. 5) In het Actieplan Duurzaamheid 2019-2023 staat een klein rekenfoutje: 50% van 2536 TJ is 1268 TJ, en niet 1126 TJ. 6) Het actieplan stelt dat we tot 2050 1,5% energie per jaar moeten bezuiningen. En het stelt dat dat 50% in totaal is (bovenaan pagina 5). Echter, 34 jaar (2016 tot 2050) x 1,5% is gelijk aan 0,985 ^ 34 = 0,598. Oftewel de totale besparing in 34 jaar is 40%. Niet de helft. 7) Deze cijfers zijn inclusief vrachtschepen op de Waal. Als we die niet mee zouden tellen, zakken de (meeste) cijfers met een kwart.